Winter in Aantocht 2

Drie uur rijden naar de derde wereld
Voordat de winter komt willen zeven IJsselsteiners vluchtelingen die wonen in de ‘jungle’ bij Duinkerken, voorzien van warme kleding, dekens, tenten en voedsel. “Iedereen wil wat doen, dat maakt de actie zo tastbaar” Maar is dat genoeg?

Langs de modderige weg die ons naar het vluchtelingenkamp leidt staat een autowrak. Een aankondiging van een bungalowpark laat zien dat er ooit andere plannen waren voor deze plek. Passerende mannen beantwoorden onze begroeting en glimlachen terug. We stuiten op drie enorme containers die tot de nok toe gevuld zijn met afval. Een onoverzichtelijke hoeveelheid tenten ligt voor ons in een veld van modder. Een rubberlucht afkomstig van een flinke fik dringt zich aan ons op, evenals de geur van menselijk uitwerpselen.
We schudden de eerste handen bij een tent waarin drie vrouwen op de grond brood aan het bakken zijn. Twee peuters kijken ons verschrikt aan. Een pubermeisje geeft ons een stuk brood. De Irakese man vertelt dat ze hierin met dertien mensen wonen. Hij heeft aan een nieuw gezin onderdak geboden, nadat zij zonder tent waren aangekomen.
Welkom in Grande-Synthe, een van de twaalf vluchtelingenkampen bij Duinkerken, waar ongeveer 1200 mensen onder erbarmelijke omstandigheden bivakkeren.

Solidariteit
Een noodkreet op Al Jazeera voor aandacht voor de vluchtelingenkampen rond Calais en Duinkerken is de basis voor onze actie ‘Winter in Aantocht/Winter is coming’. Een actie gedragen door zeven IJsselsteiners wordt in no time een actie van behoorlijke omvang. Een benefietavond levert 4000 euro op. Honderden mensen verklaren zich solidair. In een voormalige bibliotheek zamelen we honderden dozen met warme kleding, dekens, schoenen, dekbedden, tenten en schoenen in. Tientallen mensen sorteren dagenlang kleding en eten en pakken tenten, slaapzakken en dekens in. Onverwachte hulp komt met de sponsoring van een vrachtwagen met chauffeur, twee busjes, grote hoeveelheden nieuwe schoenen en sokken, gedroogd voedsel, 120 broden en 500 kilo paella. Het maakt de actie tot een immens geheel en een ingewikkelde logistieke operatie.

Ontmoeting met Ali
Achter in het vluchtelingenkamp ontmoeten we Ali. Hij is hier met zijn vrouw en vier kinderen van 2, 4, 7 en 17 jaar. Het gezin is uit Irak gevlucht. Op zijn smartphone laat hij een luchtige wereld zien met lachende mensen. Ali had een supermarkt en was voetbaltrainer. Hij toont ons foto’s van een ontspannen, knappe man. Zijn doffe ogen staan in schril contrast met de lachende man op de foto’s. Op onze vraag wie een aantal andere personen zijn, zegt hij toonloos dat dat enkele familieleden zijn, waaronder zijn oom en beste vriend. Ze zijn allemaal dood.
Het bleek te gevaarlijk voor hen om in Irak te blijven. Inmiddels zit het gezin 45 dagen in dit kamp, wachtend op een veilig onderkomen in Engeland. Een paar keer per week probeert Ali naar Engeland te reizen. Bij iedere poging ziet hij er dan piekfijn uit, grapt hij.

Eerlijke verdeling
Hoe verdelen we de inhoud van honderden dozen op een eerlijke manier over 1200 vluchtelingen? Na kort overleg laten we de vrachtwagen achteruit het kamp inrijden. Daarachter vormt zich routinematig een rij van honderden toegestroomde vluchtelingen. Iedere dag staan ze in de rij voor eten of kleding.
Geholpen door een aantal vluchtelingen, en enkele Belgische en Franse vrijwilligers, laden we de eerste dozen uit, en delen de inhoud aan de eerste vluchtelingen uit. De voorsten in de rij nemen de tijd om naar de schoenmaat te informeren en het meest geschikte kledingstuk te zoeken. Na een half uur zijn we nog niet verder gekomen dan die eerste paar dozen. De rij vluchtelingen wordt ongeduldig en dringt zich op. Af en toe sluiten we de deuren van de vrachtwagen om het signaal af te geven dat het zo niet gaat. De druk en de onrust nemen alsmaar toe. Er moet iets gebeuren, anders ligt plundering voor de hand of moeten we onverrichter zaken het kamp verlaten!
Ineens staan daar 51 Pakistaanse mannen paraat om ons te helpen. Zij blijken ook vrijwilligers, uit Engeland, en hebben gehoor gegeven aan onze oproep op Facebook. Door hun handen letterlijk in een te slaan maken ze met elkaar een ketting waar zij door het midden alle vluchtelingen leiden. Het uitdelen gaat allengs sneller en aan het eind van de dag is de achterwand van de laadruimte in zicht.
De laatste operatie van die dag is het uitdelen van vijfhonderd kilo paella met brood. Door het eten dat we gesponsord hebben gekregen kunnen we alle 1200 mensen van het kamp van eten voorzien. Na de hektiek van vanmiddag blijkt het uitdelen een peulenschilletje.

Krappe schoenen
Op dag twee van ons bezoek aan het vluchtelingenkamp proberen we gerichte hulp te geven aan een aantal net gearriveerde vluchtelingen. Een gezin van zes personen is dolgelukkig met een tent, dekens en kinderkleding. Een Koerdische jongen smeekt om nieuwe schoenen. Hij moet iedere nacht zoveel kilometers lopen. Voor een aantal gezinnen met jonge kinderen kunnen we ’s morgens nog babymelkpoeder kopen. Aan vijf magere jongens geven we onze laatste dekens, zakjes met thee, suiker, fakkels en lucifers. Als we anderen moeten uitleggen dat we helaas geen schoenen en tenten meer hebben, geven zij ons het gevoel dat dat niet erg is. Ze verontschuldigen zich voor hun vraag. Voor een te laat toegesnelde jongen die net in het kamp is gearriveerd, moeten we ook ‘nee’ verkopen op zijn vraag naar schoenen. Zijn te krappe schoenen draagt hij als slippers, zonder sokken. Een van onze groep trekt ter plekke zijn eigen stevige werkschoenen uit en geeft ze hem.

Missie geslaagd?
Onze missie is volbracht. De vrachtwagen is leeg, evenals de twee bussen. Het voedsel is uitgedeeld, mensen hebben ons omarmd en bedankt. Toch voelen we ons verslagen. De persoonlijke verhalen raken ons intens. We voelen dat we tekort zijn geschoten.
Onze actie is geen duurzame oplossing voor de enorme problemen die de vluchtelingen in dit kamp hebben. Iedere dag is er de zorg om eten. Het probleem hoe veilig in Engeland te komen, is bijna onoplosbaar. Zelfs wij zijn in dit weekend al twee keer door de politie gecontroleerd op verstekelingen in onze bussen.

Geen bed, bad of brood
De dag nadat we thuis zijn, horen we van een lokale vrijwilligster dat de burgemeester van Grande-Synthe alle actieve Franse vrijwilligers heeft verordonneerd om te stoppen met het uitdelen van voedsel en charitas. Hij wil een aanzuigende werking ontmoedigen en de vluchtelingen demoraliseren. Met als argument ‘Wij hebben niet om deze vluchtelingen gevraagd’. Heeft iemand zich afgevraagd wie er om de oorlogen in hun land heeft gevraagd?
De verontrustende berichten over de uitspraken van de burgemeester wakkert onze actiebereidheid aan. Hoe kan het dat deze vluchtelingen geen bad, bed en brood van de Franse overheid ontvangen? Iedere dag probeert een groep vrijwilligers een maaltijd te maken. Net genoeg voor ongeveer een derde van het aantal vluchtelingen. Er is geen enkele medische hulp. Zonder de inzet van lokale vrijwilligers en andere vrijwilligers uit België en Engeland zijn deze vluchtelingen aan hun lot overgeleverd.
De gerechtelijke uitspraak dat de overheid verplicht is om binnen acht dagen nieuwe voorzieningen aan te leggen, heeft tot nu toe tot geen enkele verandering in dit kamp geleid. Nog steeds zijn de twee koude douches, één watertappunt en één oplaadpunt voor mobiele telefoons de enige voorzieningen, zonder onderhoud of schoonmaak.
Inmiddels is het nabije kamp van Teteghem ontruimd. De 250 vluchtelingen van dat kamp zijn herplaatst. Ook het kamp van Grande-Synthe staat op de nominatie om gereduceerd te worden tot 400 mensen. Onbekend is waar de overige 800 vluchtelingen heen moeten.

Afscheid
Als we afscheid nemen van Ali is hij gladgeschoren en is zijn haar geknipt. Van het gesprek van gisteren weten we dat hij vannacht opnieuw zal proberen om naar Engeland te vluchten. Insjallah! Of zo je wilt: Het ga je goed, Ali!

©Bernadet de Prins, 22 november 2015