Vluchtelingenkamp Grande-Synthe bij Duinkerken

“Vanuit Irak ben ik de oorlog ontvlucht, maar ik zit er weer middenin”, verzucht de man achter ons. We staan vlak voor de ingang van het vluchtelingenkamp Grande-Synthe. Alles is geblokkeerd door politie en ME. Mannen met walkie-talkies lopen druk gebarend heen en weer. Onze file onderweg heeft ons ervan behoed dat we toeschouwers zouden zijn van de schietpartij tussen rivaliserende mensensmokkelaars. Albanese en Syrische smokkelaars strijden om de macht binnen het kamp. Regelmatig escaleert dat, met als piek vandaag vijf gewonden. Welkom in het vluchtelingenkamp van Grande-Synthe! Een blubberige plek met tenten waar inmiddels 3000 mensen onder erbarmelijke omstandigheden leven, voornamelijk Koerden uit Irak en Syrië.

Vuurtjes
Het is guur weer. Langs de weg waar je het kamp binnenwandelt zijn overal vuurtjes. Groepjes mannen scharen zich er om heen. Ze warmen zich, maken thee en chillen wat bij elkaar. De eerste jongens die we spreken drogen hun natte schoenen boven het vuur. Araz, Kewan en Redien zitten inmiddels al twee maanden in dit kamp. Ze hebben elkaar in het kamp leren kennen en trekken samen op. Dat laatste staat symbool voor het gezamenlijk naar Engeland proberen te komen. Iedere nacht zijn ze op stap. Redien is pas zestien jaar, maar ziet er met zijn zorgelijke blik ouder uit. Van hen leren we ons eerste Kurdische woord: ‘Guud Legal’. Ze lachen ons net niet uit als wij het proberen uit te spreken.

Kinderen
Waar we ook lopen overal zien we kinderen. Spelend in de blubber, op de arm van een vader, voor de tenten waar ze vanuit hun veilige gebiedje naar je zwaaien. Ook ontmoeten we veel zwangere vrouwen. Op een plek middenin het deel dat onder de modder ligt ontmoeten we zelfs twee vrouwen die zwanger zijn. Gezamenlijk hebben ze een plek ingericht waar ze droog kunnen zitten en vuur kunnen maken.

Voorzieningen
In vergelijking met november is het kamp behoorlijk veranderd. Waar er in november nog 1200 mensen wonen, is het aantal inmiddels aangegroeid tot ruim 3000. De hoeveelheid tenten is enorm uitgebreid. Zelfs in de bosjes middenin de blubber staan tenten. Er zijn veel meer wc’s en douches. Allemaal even smerig. Er zijn twee tenten waar kleding wordt vergeven, mannen gescheiden van de vrouwen. Er is een grote tent geplaatst waar vrijwilligers iedere dag voor 3000 mensen een maaltijd koken. Ook kun je er thee met koekjes krijgen. Het is er in ieder geval droog.

Honden
In die tent ontmoeten we Aram, de zeventien jarige Koerd met zijn innemende glimlach. Als ik een praatje met hem begin, blijkt hij een beetje Engels te spreken. Onmiddellijk moet hij voor een aantal mannen vertalen. Rustig vertaalt hij de grove mannengrappen. Vandaag voelt hij zich redelijk. Hij heeft drie maanden gelopen om in dit kamp terecht te komen. Ook hij is hier alleen. Op mijn vraag of hij probeert naar Engeland te komen knikt hij en zegt zacht dat hij het iedere nacht probeert. “Maar het zal me nooit lukken. The dogs know me!” Moedeloos staart hij voor zich uit. Zeventien jaar en dan iedere nacht een confrontatie met honden, die verstopte vluchtelingen in vrachtwagens opsporen. Ik kan het bijna niet bevatten.

“Guud Legal”, Araz, Kewan, Redien en Aram! Of wel: tot ziens, jongens. Maar dan wel in een betere wereld als in dit vluchtelingenkamp in Grande-Synthe.